In veel situaties roep ik nogal gemakkelijk God aan. Vooral als ik ergens tegenop zie, onrust bij mezelf ervaar of ergens angstig om ben. Het woord “God” ligt bij mij prettig in het gehoor en het aanroepen pas ik dus royaal toe. Vaak per direct verlicht het datgene wat ik zwaar in handen heb. Het relativeert datgene waar ik tegenop zie en geeft veiligheid bij waar ik onzeker over ben. Het aanroepen van God in mijn dagelijkse besognes geeft mij ruimte aan mijn hartinspiratie. Het ontspant mijn verhitte denkhoofd en waar een situatie verstikkend neigt te worden staat het lucht toe.
Ik zie God in mijn fantasie niet als een man op een wolk, ook niet als iets wat in hiërarchie los van of ver boven mij staat. God is in mijn beeld een licht, puur licht. Ik meen te weten hoe dit licht eruitziet, maar nu ik het wil beschrijven loop ik in het verwoorden ervan vast. Het is geen werelds licht en toch heb ik er altijd weet van, mag ik er aanspraak op maken en ben ik er zelf ook onderdeel van. Het licht is groots en waarachtig, troostend en alomvattend, eerlijk en duurzaam, en dan nog een schepje er boven op…
Eigenlijk wel makkelijk om zonder kerkelijke invulling een vertrouwd gevoel over God te hebben. Het boek “Een Cursus In Wonderen” gebruikt het woord “God” ook veelvuldig. Ik ben een grote fan van dit boek en het heeft mij door de jaren heen zeker beïnvloed in mijn Godsbeeld. Dit boek is sowieso mijn handboek allertijden voor inspiratie en een terugkeer naar liefde. Meer dan dertig jaar bestuderend geeft “Een Cursus In Wonderen” tot op de dag van vandaag mij nieuwe inzichten, bemoediging en troost.
Ik zal intussen alle bladzijden van “Een Cursus In Wonderen” al tientallen malen hebben gelezen. Vaak voorafgaande aan mijn meditaties laat ik het boek ‘zomaar’ willekeur opvallen, dan lees ik de tekst, of een stukje tekst, en sluit vervolgens mijn ogen. Wat me opvalt door de afgelopen jaren heen is, dat ik steeds totaal iets anders bij dezelfde teksten ervaar. De diepere gelaagdheden van het boek worden hiermee zomaar prijsgegeven. Soms ervaar ik het zo, alsof ik een tekst nog nooit heb gelezen, zo vernieuwd werkt het op me in. Ik ben er dankbaar om.
Omdat ik vaak opzie tegen het rijden van lange autoritten, zet ik voor vertrek in gedachte God op de achterbank. Ik eis van God dat hij mij veilig en vol vitaliteit laat arriveren. Werkelijk, het werkt! Vooral bewezen door als ik voorafgaand aan een pittige autorit het installeren van God op de achterbank ben vergeten en uitgeput de auto uitstap. Met God op de achterbank blijft mijn vitaliteit intact, met God in mijn winkelwagentje kom ik met de juiste boodschappen thuis, met God naar yoga verlopen de oefeningen een stuk soepeler, met God aan mijn hand naar een onbekend adres voel ik me weerbaarder, zelfverzekerder en sterker.
Voel je vrij om zoveel als je wilt ook van ‘mijn’ God gebruik te maken. Doe er je voordeel mee! Ik heb namelijk niet het gevoel dat God last heeft van een veelheid van 8 miljard mensen, of verdwaalt in het veelvuldig aanroepen. Misschien kan Zijn liefde zich daardoor juist zelfs uitbreiden en het hemelse geluk op deze aardbol laten uitbreiden. En nu ik toch aan het filosoferen ben, bedenk ik dat God misschien ook wel een handige God op Zijn achterbank heeft geplaatst voor alle wereldse rondtoerperikelen…